Op het scherm staat een film te draaien en je wilt de aandacht van je publiek, wat nu? Dit kan in een presentatie zijn, maar kan ook als gids bij een museum. De blik van de bezoeker wordt getrokken door de beweging op het beeld. Dus zorg ervoor dat het publiek niet naar het scherm kan kijken, door ze te laten omdraaien. Ze kijken ook waar je zelf heen kijkt. Dus als je als presentator naar het scherm kijkt, zal het publiek je blik volgen. Als je mensen in hun ogen aankijkt, zullen ze je blik niet kunnen negeren en jou aankijken.
Als je op straat staat en naar boven kijkt, zullen mensen om je heen gaan meekijken. Jouw sterke focus heeft effect op de focus van de mensen om je heen. Dus als je op het podium wilt dat hun blik op iets is gericht, kijk dan zelf ook.
Je kan ergens bij stilstaan en iets terloops vertellen. Deze uitdrukkingen geven letterlijk aan hoe (geen) beweging betekenis heeft, terwijl je een verhaal vertelt. We zijn gewend dat een verhaal van links naar rechts gaat. We vinden het spannend als iemand naar voren komt, op je afkomt. IJsberen is vermoeiend om naar te kijken. Iemand die alleen maar stokstijf stil staat, verliest de aandacht.
Speel je iemand die veel macht heeft, dan beweeg je gecontroleerd. Heb je voor je publiek de zin die het doel van je verhaal samenvat, sta dan stil.
Articulatie, stemvolume, snelheid, allemaal instrumenten om je verhaal duidelijker bij het publiek te laten aankomen. Stilte, tussen woorden of zinnen, kan zoveel meer betekenis geven aan de boodschap die je hebt. Schreeuwen vraagt aandacht, maar de aandacht eis je op als je helder en duidelijk praat. Door je zinnen af te maken, tot aan het laatste woord, wordt het belang van uitspreken van deze zinnen duidelijker voor het publiek.
Voor het spelen van een rol kan je jouw stem vervormen. De uitdaging ligt er dan vaak in om dit vol te kunnen houden. Voor een presentatie is het vooral belangrijk dat je verstaanbaar bent. Daarbij is articulatie belangrijker dan stemvolume.
Achter een katheder staan voelt veilig. Duidelijke plek op het podium en je weet zeker dat je niet verdwaalt. Maar als je een powerpoint hebt, dan is het soms fijn om ernaast te staan, zodat het publiek ernaar kan kijken. Soms wil je juist de aandacht en kan je er beter voor gaan staan. Je kan ook je publiek als een arena om je heen zetten. Jij bent dan het middelpunt en het publiek ziet ook elkaar. En als je een film aanzet, dan kan je zelf ook in het publiek gaan zitten.
In het theater begint het podium al in de coulissen, zelfs daar kan al iets gebeuren. Bij presentaties wordt vaak maar een klein deel van het podium gebruikt. Terwijl je met de juiste beweging de gehele ruimte kan vullen.
Het besef hebben hoe je staat, waar je handen zijn, of je benen gekruist of juist wijd staan, of je rechtop staat of naar één kant leunt. Het ene is niet altijd beter dan het andere, maar je communiceert er wel wat mee.
Speel je een typetje, dan zoek je een uitvergrote houding. Wil je vooral zelfverzekerd overkomen, zoek dan jouw ontspanning en ontdek hoe jij rechtop staat.